In het buiten achter de ruiten
spint winter een witte wol op
de zwarte takken van de nacht.
Slaap ligt m’over als ‘n dekbed,
m’n rug met warmte ingestopt.
Door de leegte van m’n kamer
zoemen letters en lettergrepen,
afgegeven door al m’n boeken,
Zal ik morgen weer ontwaken
om opnieuw te haperen als een
bot mes door het zo keiïgharde,
uitgedroogde brood des levens?
© Karel N.L. Grazell
Amsterdams stadsdichter uit Zuid
met dank voor de toestemming
Dag Lieve,
BeantwoordenVerwijderenWat een prachtige foto!
Hou je goed,
Nadja
Dank je Nadja!
BeantwoordenVerwijderenIk probeer zoveel mogelijk originele foto's te vinden. Je kunt erop klikken om ze te vergroten.
Groetjes,
Lieve