de zee moet grauw zijn, zeg je
golfjes hebben, rennen
buitelen tegen je kuiten
wat zoek je dan, daar
op het wad? ach niets...
een wissewasje voor een kind:
op de wadden moet je waden
voetjes baden in zoet zand
wat scharrelen bij eb en ebbenhout
hier lig je nu, jij zilverrover
gesierd met harig wier
zij zingt voor jou
veeltonig
en de vloed die kwam
en de eb die ging...*
zilte zee, jij opgewonden standje
stuw je op, speel golfjebruis
en rol met schelpengruis
de lepelaar, de likkebaard
slurpt juttersgrut
scholekster met de rooie bek
doorprikt het pierenveld
eendje, wiggel piggel mee
ga drijven op de stoute zee!
een kwetternest dat rijst
en knabbelt aan het strand
verdrijft het wandelland
dit continent vervelt
zijn rand wordt afgepeld
wij pikken aarde in en thuis
dwalen zul je en verdwijnen
tussen stuivend, drijvend zand
© lieve de vos
24 juni 2012
*J. Visser, 1957