
schroomvallig heb ik het water benaderd
mijn voeten ontbloot
in ontzag het betreden
met blijdschap
zoals men de liefde beroert
nog immer suist de hoorn van de meerman
de wijze die uitbarst in branding
en stormen bedaart
een kleine zeemeermin baart
zijn groene haren nu grijs
en zuigend trekt de eb aan mijn benen
ik duizel en knipper
tast naar de einder
waar alles wijkt, alles smelt
ah die onmetelijkheid
de lokzang van leegte en dood...
nu wandelen in een zonnig park
© jindoni
8 juni 2010
In dit gedicht herken ik alles wat ik zelf over de zee zou willen dichten. Proficiat. Roos D.
BeantwoordenVerwijderenDank je Roos. Het resultaat van vijf minuutjes pootjebaden... :-)
BeantwoordenVerwijderenDit gedicht blijft een van mijn favorieten (nog steeds)
BeantwoordenVerwijderenEr zijn er die de laatste zin een complete stijlbreuk vinden, maar voor mij zijn paradoxen en wisselingen van standpunt inherent aan het leven.
BeantwoordenVerwijderen