
het was weer eens een gedoe
plots gestommel in onze schouw
vast geen sint of hemelbode
wat zoekt zo'n duif of kraai in godsnaam
in een schoorsteenpijp
potdikkeme alweer de kachel demonteren
zwart beroet kwam hij te voorschijn
fladderde onwillig de kamer in
ga zitten zeiden wij
je moet toch even bekomen
neem genoegen met onze nederige woonst
gehavend streek hij zijn veren glad
drapeerde de slippen van zijn pitteleer
over onze beste zetel
en monsterde ons interieur
een tikkeltje laatdunkend naar het leek
het huis was kennelijk te oud
de bewoners te koud
soms viel er een druppel van het plafond
die schoorsteen was warmer zag je hem denken
we raakten aan zijn aanwezigheid gewend
hielden zelfs van zijn verbrande geur
tot hij op een dag boos de vleugels
uitsloeg en verdween
wij weten niet in welke spelonken hij leeft
ongenaakbaar boven de wereld
maar als wandelende jood
loopt hij 's nachts door onze dromen
en als wij wuiven kijkt hij niet meer op of scheef
het zal niet meer gebeuren met die schouw
de dakwerker heeft er een plaatje op gezet
maar bij nacht en ontij soms
wij kunnen het niet laten
blijft de deur een kiertje open
© jindoni
10 september 2010
Geen opmerkingen:
Een reactie posten