zin: animo genoegen smaak voorliefde wens betekenis begrip gevoel gezindheid frase stemming


Posts tonen met het label ego. Alle posts tonen
Posts tonen met het label ego. Alle posts tonen

29.4.12

Het temmen van de os



Op de weide van de wereld schuif ik eindeloos
het hoge gras opzij, op zoek naar de os
Ik volg naamloze stromen, raak verloren
op bochtige wegen in verre bergen
Mijn kracht begeeft het, mijn energie
is uitgeput, ik kan de os niet vinden
Krekels zinderen in het nachtelijk woud

Onder de bomen aan de oever ontdek ik zijn spoor
Zelfs in het geurige gras zie je zijn hoeven
Tot diep in de bergen zijn ze te vinden
niet meer verborgen dan je neus in de lucht

Ik hoor de nachtegaal zingen
de zon is warm, de wind is mild
wilgen groenen langs de waterkant
Hier kan geen os zich verschuilen
Welke kunstenaar schetst zijn
machtige hoofd, zijn statige horens?

Ik bedwing hem in een waanzinnige strijd
Zijn wil en kracht zijn onuitputtelijk
Hij stormt naar de vlakte, hoog boven nevel
en wolken, schuilt onbereikbaar in het ravijn

Touw en zweep zijn onmisbaar, zoniet
dwaalt hij af naar stoffige paden
Goed getraind wordt hij natuurlijkerwijze
zacht, volgt zijn meester ongeketend

Ik beklim de os en rij rustig naar huis
De klank van mijn fluit zingt in de avond
Ik dirigeer met de hand het eeuwige
ritme, de pulserende harmonie. Al wie
dit lied hoort sluit zich bij mij aan

Schrijlings op de os bereik ik mijn thuis
Nu ben ik sereen, ook de os komt tot rust
De morgen daagt, in gezegende kalmte
laat ik in mijn strobedekte hut
touw en zweep achterwege

Zweep en touw, mens en os, alles lost op
in het niets: deze hemel zo wijd dat
geen enkele boodschap hem bevlekt
Hoe weerstaat een sneeuwvlok het laaiende vuur?
Zie hier het voetspoor van de oude meesters

Te veel stappen gezet om terug te komen
naar de wortels en de bron. Beter was je
vanaf het begin doof en blind geweest, in je
ware woning levend, zonder zorg om al de rest
Vredig stroomt de rivier, de bloemen zijn rood

Barrevoets, met bloot bovenlijf meng ik mij
onder de mensen van deze wereld
Mijn kleren zijn schamel, bedekt met stof
en ik ben voor altijd gelukkig
Ik hoef geen magie om mijn leven te rekken
Vóór mij komen dode bomen nu tot leven


Kuo-an Shih-yuan 
Rinzai-zenmeester, Song-dynastie (1150)

vert. Lieve De Vos, uit de Engelse vertaling van Paul Reps

25.8.11

De oude narcist



hij speelt met jonge meisjes
in zijn landerige hoofd
die op de dakrand staan hysterisch roepend
prevelt verliefd zijn naam

een lauwerkrans van lichtjes siert hem
in de spiegel de glans van glas
en bloemen in zijn ogen die
koel zijn als metaal

briljant niet ingesteld op twijfel
heeft hij zijn ziel verwend
is mateloos kind gebleven
verbeelding het cement van
zijn brokkelige ik
pimpt zich met schijn en ideëel
verteert heeft niets te geven

poor lonesome cowboy 's avonds
op een barkruk rookt pedant
hij staart een blondje na, zij zoekt
een ander - wie kent de diepste wens
van vrouwen? hij die zoveel van hen
het beste bood - nog dromen ze zegt
hij - het zijn geen fijne dromen

de jaren werden zuur dan bitter
hij kankert zet zichzelf te kijk
verschiet zijn pijlen in de lucht
vanuit een luizig flatje met
zijn enige en beste vriend PC
een schare virtuele fans tuk
op zijn rariteit - de solitaire wesp
recept voor heisa en schandaal

helaas je schrikt als je hem ziet
met zijn decorum van geslagen hond
beducht voor priemen die hem prikken
doet hij de deur niet open, zelfs
als er niemand belt, nog naar hem vraagt

hij sluit het scherm - geen kreet
weerkaatst in de woestijn
waar tamme dieren zwijgen
hij heeft hen lief zij
zeggen niets terug

te goeïig en naïef zo werd hij wreed
misbruikt - ze vliegen af en aan
de vogels van de haat
in deze hel de ondergrondse
de trein flitst heen, hij mist hem
telkens weer

waar blijft het tijdeloos geluk
belangeloze liefde alleen voor hem
niet weggelegd – waarom?
en wacht halsstarrig tot zij
hem te beurt zal vallen
de toverfee die alles geeft
en zelf geen wensen heeft
abrupt uit de blauwe hemel
in zijn schoot

© lieve de vos
25 augustus 2011

20.10.10

Het verraderlijke teken van onkwetsbaarheid



de natuur schept fenomenen
die niemand kan verklaren
zwarte gaten ver buiten de horizon
die het menselijk oog ontgaan
wezens met een onstilbare honger
immense pensen nooit voldaan
langs smal benepen monden
met harten die hol resoneren: aandacht!
aandacht! en vervolgens hard terugslaan
want elke streling of genegenheid
geeft pijn in hun verlittekende vlees

nee scheiding moet er zijn revolte en strijd
vergeten en kille onrechtvaardigheid
verstorven holten in een web van leven
enkel te duiden door gewelddadig uiten
uit angst voor verstrikking in elkaar geklapt
onder de eigen zwaartekracht
gecomprimeerd tot een taaie kern
die bodemloos putten slaat breuken
en barsten in steen en weefsel
scheuren in zachte ruimte en tijd

duizelingwekkend snel roteren zij rond
zichzelf the point of no return voorbij
al wat zich dichterbij waagt wordt
in helse draaikolken gegrepen
gerekt tot het breekpunt opgeslokt
in de compacte waan van een ik
zijn dimensie oneindig klein maar
met een enorme singulariteit
waaraan geen menselijkheid ontglipt
geen glimp van licht ontwijkt

onbewogen dragers van leegte en haat
praten over scharlaken dromen
toekomstgeloof dat zij ontberen
en blanke verontwaardiging
die rechtvaardiging is enkel
pogen de gruwel te verbergen
die achter hun voorhoofd woont

© jindoni
20 oktober 2010


* "An diesem verräterischen Merkmal der Unverletzlichkeit
erkennt man ohne Mühe seine Majestät das Ich."
(Sigmund Freud)