zin: animo genoegen smaak voorliefde wens betekenis begrip gevoel gezindheid frase stemming


30.12.13

Bijlokevest




stiller kan een straat niet zijn
zo leeg, beloken onder bomen
het puin van vesten in de grond
en mensen aan de rand

haar fiets flitst onder het boogje
door langs de kraan waar ze haar
breukrijst wast. dan de wc's
nee - ze wendt het hoofd

proleten zwijgen en betalen
nog wekelijks de huur aan
een oude feeks - de eigenaar
onvatbaar als vanouds

alleen het kijven van de hoer
de ruzies met haar moer
haar kinderen geplaatst. toch
haalt ze aspirine voor je koorts

hier stond een armenhospitaal
een godshuis, zieken op de zaal
en aan het eind ekkergemkerk
boven de sloppen de refuge

de oude man hield van het poesje
tot hij discreet werd opgehaald
de jonge vraagt of ze geen zin heeft
om te vrijen. zijn zwangere vriendin
maakt geen bezwaar

nee liever zit ze op de stoep
verpot haar plantjes in de zon
kijkt prentenboeken uit het oostblok
met het magistratenzoontje
aan zijn gouden kooi ontglipt

eddy, speedy genoemd, is woest
zijn liefje jammert met de mond vol
bloed - elk kind kost je een tand
haar jas is door zijn maat gepikt

een proletarisch eiland en niet eens
gekraakt. verdoken tussen herenhuizen
promenades en een drukke ring
nog steeds de schamelen van geest

rug aan rug staan residenties en beluiken
zalig de arbeider, maar blijf uit onze
onze ogen! je ongewassen
kinderen worden weggejaagd

's winters put ze met een kannetje
mazout uit een verroeste tank
's zomers hoor je over hoge muren
alweer de vogels zingen in
de tuinen van de rijken


© lieve de vos
30 december 2013

21.12.13

De prieelvogel


je omringt je met dingen
die mooi zijn en waardeloos
broze uitgeteerde blaadjes
veertjes lampionskeletten
lege poppen keverschildjes
witgebleekte schelpen botjes
als ex-voto's voor een god

je pikt noten als een eekhoorn
blink en glitter als een ekster
jij bent een souvenirwinkelier
verzamelaar van etiketten
rariteitenkabinetten. bewaar
je schatten kunstenaar die
zoveel naar je gading vindt

jij hippe speelvogel in je prieel
versiert en lokt met lichtjes en
met koperglans miniatuurtjes
schellen klokken schalen
vol met glinsterende kralen

je stalt jezelf uit etaleert
creëert een eigen wereld
vrij met objets trouvés
een nature morte van verloren
resten een binnentuin waarin je
kunt verdwalen. de geest loopt
leeg a moment of perfection

ik hoor jouw loze dingen zingen
speur hun herinneringen
van keien aan de oceaan
droge bloemen aan de zomer
versleten kleedjes, wie ze
haakte wie ze kreeg

mystieke ziel jij ziet de zaken
in hun intrinsieke zijn
antiek- en kitschverzamelaar
bouw ons een huisaltaar
een veilig nest met bloemen
geur van wierook fruit
een kopje thee een glas sake

je koestert onbestendigheid
maar gunt de dingen nog wat
tijd. rondom je galerij van
sprokkelhout en korstmos
groeit een tuin vol leven


© lieve de vos
21 december 2013

        Foto 1: Canned Yams
        Foto 3: Frans Kerren

29.11.13

stilleven met luis




jij luizig beest dat schuilt
onder je schild verschalkt
ons sluipend in de nacht
terwijl wij sproeien en soigneren
lig je te sluimeren in de oksels
van het blad luie luis - en ik
ik moet voortdurend controleren
nee parasiet ik zie je
liever niet!

de wereld stikt ervan die
parasieten - gespuis
dat kiemt in het geniep
gedijt zo goed in ons klimaat
bestrijden is verbreiden
parasitaire golven zegt men
teisteren zelfs de slaap
totdat met regelmaat daar-
buiten iets of iemand
doodgaat

parasietje parasolletje
verstop je niet onder je dop
ik pak je toch ik hou de wacht
ik ga op jacht - ta taa
krijg je te pakken elke dag
dan rijst de vraag hoe gaat dat
menselijk doden?

als ik de bedjes van mijn
moestuin spit is dit een
staaltje van zinvol geweld?
ik werp slakken op het dak
strik de motten in een net
verzuip microben in het bad

en als ik eindelijk zelf crepeer
tussen de scharen van de kreeft
met nog een spuitje of een kreet
is dit onwaardig sterven?

© lieve de vos
29 november 2013

22.10.13

Fumé


ik zet een bierglas over je heen en
schuif een foto van mijn moeder
altijd voorhanden
onder je kont

je vader woonde hier binnen
je moeder was 't liefste in de tuin
en andersom
het hadden kruisspinnen kunnen zijn

maar jij bent er
nast schuim en elzas
vanaf de wand
nog even en je eet de suiker
net niet
uit mijn mond


Ploos, mei 2012

Denkend aan 'Schuim van Koper', aan Lieve De Vos

In de derde strofe schrijf ik 'nast', een jiddisch woord voor snoepen en lekker eten. 'Snacken', zeg maar.



"The difference between stupidity and genius is that genius has its limits." (Albert Einstein)

31.5.13

Bij Forss River




stilzwijgend glijdt het water naar de zee
onstuitbaar koud en transparant
wat bellen aan de kant

het hellend vlak de flagstones
en het natte kies zij roepen
op de wind

om een moment zonder stem
gestold tot ijzig glas
een leven dat verstilt de baar
die eeuwig hier voorbij
gedragen wordt

het blijft onwrikbaar
bij

© lieve de vos
31 mei 2013

14.5.13

een onbekend syndroom


in ons luimt de dood
ingebed in onze genen
zoveel kernen zoveel zaad

de doder is eruit gehaald
de duivel is au au gebleven
dit warme leven staat in brand
hij bijt en krampt
duwt en stampt
een ezel of een botte stier
de rode stinkend als
een geitenbok stotend
met zijn horens

speelt met de riek
priemt in je ingewand
doet je de duivel aan
inferno in de onderbuik
floept te voorschijn uit zijn doosje
piept naar buiten uit de aars

en in de wolken kijkt
het domme gezicht
van een god

het is wachten
op de nieuwe heilige
die heidenen bevrijdt
schriel meisje la flaquita
benig in haar kanten kleed
ooit zal ze welkom zijn
santa muerte




© lieve de vos
14 mei 2013

25.4.13

Het kasteel van Halle




wat wij nooit meer zullen zien
hoe onvermoed het ook bedolven lag
onder onze voeten, die naarstig stapten
naar de markt, naar de kliniek
het moederhuis, waar nieuwe levens
zich op oude vesten entten en op
hun beurt vermolmden en bezweken

dit is het hart van Halle, waar ooit
ruiters draafden over de kasseien
van een onderaardse weg: een tunnel
tussen Klinkaert en Kasteelstraat
tot de poorten van de burcht, pal
onder 't hoogkoor van Maria's basiliek
daar trokken reizigers, op pelgrimstocht
van Mechelen naar Halle, steeds verder
zuidwaarts tot de zon van Burgos

hier op de oever van de Zenne is
gebeden en geleden, gezongen en gevierd
dit waterslot heeft ons verdedigd tegen
vreemde legers, van op zijn vestingtorens
keermuren, zijn grachten en zijn wallen

later – vervallen – kochten nonnetjes
het oude stadskasteel, zij zorgden
er voor armen zieken wezen
nu pikkelen hier oudjes van het rusthuis
door hun blinkend nieuwe gangen

op deze middeleeuwse kern – het slot al
lang gesloopt, de kerk bewaard – gaan wij
niet allen telkens weer dezelfde weg?
op fundamenten en kantelen, brokstukken
van eeuwen; en is het niet dit rijk verleden
dat ons heden geeft: een stad die leeft!

© lieve de vos
5 februari 2013


Geschreven voor Dichter bij Vroeger, project van stadsdichter Geert Vanhassel en Toerisme Halle. Opgenomen in deze fraai uitgegeven bundel.

Tekening: Panorama van Halle, Brusselpoort en kasteel op de achtergrond. Anonieme tekening van na 1580.

13.4.13

een vrijstaat flessenhals




een vrijmacht droog als de woestijn
vreemd gevoel van niet te weten wat
ze met je doen zachte handen
ontrafelen een duistere bedrading
prikken alsmaar in je vingers

abrupt uit je bestaan gerukt en in dit web
gespannen wil je onwetend in je eentje
slapen je maalt niet om getik gesuis
of tekens op de schermen alleen
de dorheid in je keel je knoken
kweken eelt je tong bittere gisten

catheters druppelen visioenen in je geest
kometenstaarten priemen in het licht
snijden door je donkere cocon
ver weg is de bestrate wereld
het besneeuwde land de wind
het paard in natte meersen

je bent gegijzeld in dit parallelle
zijn men waakt houdt je met slangen
in bedwang je ziet het scherp in
stoïcijns vertrouwen zo zul je
door de mazen glippen om terug
te keren naar het leven

© lieve de vos
13 april 2013

Dit gedicht werd geselecteerd voor de Top 1000 van de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd 2013.

De beoordeling van de jury:

Een goed gedicht. Het perspectief is goed, goed volgehouden ook. Mooi dat de lezer steeds meer te weten komt. Maar het gedicht is net iets te lang, te veel beelden, een strofe minder was beter geweest.

31.3.13

Slaap



In het buiten achter de ruiten
spint winter een witte wol op
de zwarte takken van de nacht.
Slaap ligt m’over als ‘n dekbed,
m’n rug met warmte ingestopt.
Door de leegte van m’n kamer
zoemen letters en lettergrepen,
afgegeven door al m’n boeken,
Zal ik morgen weer ontwaken
om opnieuw te haperen als een
bot mes door het zo keiïgharde,
uitgedroogde brood des levens?

© Karel N.L. Grazell
Amsterdams stadsdichter uit Zuid

met dank voor de toestemming

5.3.13

dieren




er staat een troepje beesten in de gang
ze zijn vannacht stilletjes ingeslopen
eigen schuld, je houdt van hebbedingen
en van oud

wat moet je er nu mee, je kunt ze enkel
aaien. hun vacht is glad als water, met
een paar poten soms wat klauwtjes
en een staart

hun ogen zijn van glas, hun geur is wild en
duf van kamfer. wat ze waren is niet meer
te achterhalen, zij werden enkel aaibaar
in de dood

geen vreemde met een mes is in en uit
gelopen om eerst een poot en dan een staart
tezamen met het spreken te couperen - en
voor wanneer de kop?

nee, zij zijn vreedzaam om hun pels vergast
elegant en zonder sporen rond oudtantes
en oma's hals, zo zacht en donzig
maar 't is wennen

geweld en onschuld even na als dier en mens
nee, ik reis niet naar het oosten naar de plaats
delict. dat gas, het grijpt me zo wel
naar de keel

vaak ben je stil en denkt aan hen, de doden
wel duizend uren kun je zitten hier en eender
maar ook je kleinkind zal dit diertje willen
strelen

hun glans en warme leven in een vel bewaard
tussen verschoten blauwe stof, hou ze in ere
kun je ermee op straat of word je dan ook
ooit geveld?

© lieve de vos
4 maart 2013

zie ook: Herta Müller, Der Fuchs war damals schon der Jäger

Tekening: © Barbara Jansma
met dank voor de toestemming

18.2.13

freaks


                  If the Sun or the Moon should doubt
                  They'd immediately gone out (William Blake)


prinses wat rol je door het gras
lacht en kirt in je gekreukte onderjurk
peettante met het witte haar en
rode ogen slikt een zwaard
kleurig geëtste mannen spuwen vuur
zussen met hun bolle wangen
waggelen gearmd
hun spleetjesogen stralend
van onbewust geluk

openhartig pronken lijven in hun brave
poses, onopgetuigd en koninklijk
blikt het naakt je aan
een kaakslag aan de oude chic
in zijn tristesse zijn getaande rijk
zijn troosteloos ennui

gesmukte dames in het park
een boos moment in lelijkheid betrapt
shame, mevrouw, de schaamteloosheid!
bitst het van hun lippen
kwijlt het op een dure jas
wreed is schaamte als een beest
niet te doorstaan, zij vreet en klauwt
in eigen buik en schroeit
het vreemde vel

edelgeboren zijn zij met hun trauma
de joodse reus de mexicaanse dwerg
de imbeciel de drag queen en de queer
hun staren vraagt begrip
de schande van het anders
zij is volmaakt, haar aanblik
fascineert

freaks mijn geliefden, jullie liggen
op mijn hart ik draag je rond
de waarde van je eigenheid
heeft geen verhaal, het is
zoals het is
ik kijk, zoek scherven om te lijmen
defecten om te zijn
wij zijn aliens
die elkaars vervreemding voelen
en ooit een flits van pijn

© lieve de vos
18 februari 2013



Hommage aan Diane Arbus (1923-1971)




26.1.13

Orcadië


de grond is een doordrenkte spons
verzadigd tot de kruin, van hoogland
tot moeras. het hart stroomt leeg
het sappelt in de plassen, loopt zuur
en zuiver uit het drasland, sijpelt
naar de wolken en loost zich
in een uitgeloogde zee
de streek ooit een zoetwatermeer
rond de keerkring van de kreeft















in zijn trog werd steen gesmeed
met perskracht onder dwang gekneed
door een galeislaaf aan het treksnoer
van de aarde, haar zware hete kern
en metersdik in diep en donker water
ligt gebeiteld dit plaveisel
daarop ontstond een land van
leegte veen en steen










het plenst er vennen meren lochs
het veld bezaaid met cairns en brochs
je stoot alom op muren, standing stones
nog staan ze recht, korstmosgevlekte
flagstones langs de weg, en onder
modder mos en muggenbroed een
spade diep delf je alleen maar rots
















de hemel sprenkelt spikkels licht
dat golft en flitst over de kale vlakten
het schijnsel van de nacht de gloed
van lange dagen. en plots, alsof
de goden ons wat schuldig waren
spreiden ze boven onvertogen alle
kleuren van hun regenbogen

©  lieve de vos
21 januari 2013


    cairns: neolitische lage stenen graftombes
    brochs: ronde stenen torens uit de ijzertijd

22.1.13

het internaat
















het heet hier regen, zegt de man
de galmgaten van het geheugen
spuwen kreten zwart van spreeuwen
kraaien kauwen, soms een buizerd
in al zijn tinten grauw hangend
onder een zorgendek

in dichte drommen rennen stuiteren
blaadjes over het asfalt, zijn ingesleten krijt-
lijnen ze houden stand, bordkartonnen coulissen
van jonge levens aangevreten door
het zuur van tranen, afbladderende
palen zonder net en bladloze platanen

binnen krassen jongensvingers heimelijke tekens
scatologische iconen, terwijl ze ogendwalend
wachten net als ik - over spikkels vastgekit
tot mozaïeken wervelend op de vloer
steengeworden ongedurigheid en
verveling walmt uit een klamme lucht

je bent zo zichtbaar naakt in deze kale kamer
onder de huiverblik van neonlampen
waar buizen tikken geeft alleen de slaap
soelaas. stil, het bed kriept. stop je oren
voor het zuchten van de kamers, scherm je
af voor surveillanten door het matte glas

de nacht wordt koud de pijpen zwijgen
nare geesten sluipen in je limbische systeem
slaan klinknagels in het zachte hout
terwijl de bel halsstarrig om het uur
in lege gangen rinkelt












© lieve de vos
10 november 2012

Dit gedicht werd geselecteerd voor de Top 20 van de
Turing Nationale Gedichtenwedstrijd 2012


Jurybeoordeling in de eerste ronde:
Een van de meest sterke punten van dit gedicht is ongetwijfeld de openingsregel: 'het heet hier regen, zegt de man.' Daarnaast wordt het ondanks de indringende toon en pregnante beelden op geen enkel moment 'te veel.'

Juryrapport Top 20:
6634 - het internaat
Als een nachtmerrie in poëzie gevat kan worden, dan zo. Vijf strofen zijn het, en je weet na lezing één ding zeker: hier wil ik niet zijn. Er is een permanente dreiging, die niet letterlijk beschreven wordt, maar louter gesuggereerd. Er gebeurt niets, er is geen geweld, geen misbruik, geen daad. Er is enkel de angst, er is enkel de titel die in alle strofen echoot. Het internaat. Wij betrapten onszelf erop dat we vanwege de vele zaken rond seksueel misbruik op katholieke internaten onherroepelijk hieraan moest denken. Maar nergens wordt daar letterlijk op gezinspeeld. Het is alleen die dreiging, die angst, de systematische eenzaamheid, de paranoia, het tikken van de buizen, het naakt zijn in de kale kamer, dat je doet wensen weg te willen vluchten, en terzelfdertijd het gedicht opnieuw te lezen omdat het zo knap in elkaar steekt. Vandaar een terechte nominatie

Foto's ter beschikking gesteld door Colourit. Met dank!

20.1.13

Stroma



een kruimel land, een ei tussen
de blikken tanden van de oceaan
leven vergeten sinds de laatste
boer en herder weken voor
de hevige race van de zee

onbewogen in de wervelstroom
een blinde plek waar enkel wind
nog huilt. geef acht, hier waken
de getijden, honden van de zee
ontketend in hun wilde jacht!


de baai ligt onverstoorbaar onder noordelijk
licht, in alublauwe glans van visschubben
gebaad, golf na golf een langgerekte naga
die optrekt naar de kust. daar zingt
een kerelslied van ratelende keien, een
speels gevecht van spatten op de klip

alleen de geest van mensen zonder
stem ademt uit grond en water
zweeft haveloos rond schrale huizen
waar desolaat het blaten van schapen
in de stilte, het gieren van de sternen

© lieve de vos
19 januari 2013