zin: animo genoegen smaak voorliefde wens betekenis begrip gevoel gezindheid frase stemming


24.9.11

De weg naar Panormos




de mens
een zwerver
trekt 's ochtends op sandalen
langs de hete lege weg
een pelgrim zonder jakobsschelp
maar toch - de Heer
zal u bewaren

kapelletjes als staties
vastgeroest en zwart beroet
wat munten naast een dronken pit
die drijft in groene olie
volgeschonken plastic flesjes
voor het oog der Vrouwe
de icoon - het icoon

hij stijgt omhoog de sferen in
omgeurd door den en venkel
hij draagt zijn hoed met brede rand
een stok tegen de honden -
laat ze blaffen

de slinger haalt hem weer
beneden de weg bezaaid
met geitenkeutels rijpe
vijgen en tot slot: hoe
rijkelijk de zee

thalassa thalassa
ach kon je maar een duik
je ruikt er vis de katten nee
ze zijn niet meer zo mager
parakaló men schenkt je
marmelade een glas
water en tomaten
efcharisto!


© lieve de vos
14 september 2011

21.9.11

De treurnis van de dichter




dichter
je droomt je een zwaan
vergeten is de rat
als 's avonds een warme wind
zich strekt over de baai

de pelikaan
een witte maan
die op de rimpels drijft
tot de rat toebijt
de waterspiegel splijt

een motor brult
tegen de bergwand aan
geen mens kijkt op

alleen de kalkoen
in de olijfboomgaard
uit eerste slaap gewekt
heft - even - zijn kop

ach dichter
zo onaangedaan
verrekt de schijn
terwijl de lege maan
onstuitbaar verder trekt

© lieve de vos
13 september 2011

bij het gedicht: “Racine lässt sein Waffen ändern” van Günther Grass

25.8.11

De oude narcist



hij speelt met jonge meisjes
in zijn landerige hoofd
die op de dakrand staan hysterisch roepend
prevelt verliefd zijn naam

een lauwerkrans van lichtjes siert hem
in de spiegel de glans van glas
en bloemen in zijn ogen die
koel zijn als metaal

briljant niet ingesteld op twijfel
heeft hij zijn ziel verwend
is mateloos kind gebleven
verbeelding het cement van
zijn brokkelige ik
pimpt zich met schijn en ideëel
verteert heeft niets te geven

poor lonesome cowboy 's avonds
op een barkruk rookt pedant
hij staart een blondje na, zij zoekt
een ander - wie kent de diepste wens
van vrouwen? hij die zoveel van hen
het beste bood - nog dromen ze zegt
hij - het zijn geen fijne dromen

de jaren werden zuur dan bitter
hij kankert zet zichzelf te kijk
verschiet zijn pijlen in de lucht
vanuit een luizig flatje met
zijn enige en beste vriend PC
een schare virtuele fans tuk
op zijn rariteit - de solitaire wesp
recept voor heisa en schandaal

helaas je schrikt als je hem ziet
met zijn decorum van geslagen hond
beducht voor priemen die hem prikken
doet hij de deur niet open, zelfs
als er niemand belt, nog naar hem vraagt

hij sluit het scherm - geen kreet
weerkaatst in de woestijn
waar tamme dieren zwijgen
hij heeft hen lief zij
zeggen niets terug

te goeïig en naïef zo werd hij wreed
misbruikt - ze vliegen af en aan
de vogels van de haat
in deze hel de ondergrondse
de trein flitst heen, hij mist hem
telkens weer

waar blijft het tijdeloos geluk
belangeloze liefde alleen voor hem
niet weggelegd – waarom?
en wacht halsstarrig tot zij
hem te beurt zal vallen
de toverfee die alles geeft
en zelf geen wensen heeft
abrupt uit de blauwe hemel
in zijn schoot

© lieve de vos
25 augustus 2011

23.7.11

de wereld om haar as


losjes losjes vliegen klosjes
kinderen zwaaien spindels
draaien winden op en af
heen en weer

leentje koningskind
speelt de rode eekhoorn
trapezemeisje uit het circus
in dit land het liefste kind

spoeltjes wikkelen om en om
tollen zwieren één schiet weg
eekhoorntje vermetel is je
sprong wij kunnen niet meer
volgen

              o helena
              wie ist das leben
              doch so schön!


sequoia's leven duizend jaar
muggen dansen boven het moeras
water stroomt en wolken jagen
naar het vluchtpunt
jij koestert meren in de plooien
van je kleed en stilte
je slotakkoord

ach helena
wij rijden door de nacht
de leegte golft naar onbestemde verten
daar zwijgt je heldere stem
in onze kleine uurtjes
kraait de haan

              behold, and see
              if there be any sorrow
              like unto this sorrow...


je bent koud geworden
helena
ach helena



© lieve de vos
23 juli 2011
(herwerkt op 31 juli 2012)

7.7.11

Praag, juni 2011












als een tros zwammen uit de bodem van de stad
de klei met pijn gedrenkt, geleden en verleden
twaalfduizend zerken in het oog van rabbi Löw
zijn zegen voor de doden twaalf lagen hoog

          stilte
                              stilte
                                                  stilte

woekeren draden ondergronds, hebben zij daar
de kiem bewaard, bewaakt van goed en kwaad?
zie zevenenzeventig duizend namen in Pinchas' wand gegrift
de kleur van jullie tekeningen, kinderen uit Terezín
in dit beoogd museum voor een uitgestorven ras



          sst...

                    sssttil...

                              sssttilte...



hoor! deze zomermaand trekt stilte door de stad
fluisteren duizend mensen, ruisen wensen
gehoor en geest, visies, toekomstmuziek
de reuk van kelders na een regenbui vervluchtigt
de lucht vlindert van zilver, geurt van linden


ws...        wss...        wwsss...        wwsss...        wwwssss...

      frs...        ffrss...        ffrrsss...        fffrrssss...        fffrrrssss...


daartussen circuleert gezapig eigentijds verkeer
hoog op een reuzenpiëdestal knarsetandt de tijd
jij man van staal met je proleten-
rij die wachtte op de slager
weldra werd je graniet vergruizeld
de resten weggezuiverd voor een
consequente metronoom


(geen godsgericht of immanent gerecht beschikt
slechts oorzaak en gevolg tikt door
op eigen kracht)




hier een berg bloemen, kogelgaten rond de crypte
waar de wraak om Heydrich werd voltrokken
de tondel die de vlam ontstak voor Hus en Palach
liet Stalin tranen op die kaalslag van beton?
welnee, dictators huilen niet
genade voor noch na hun dood



 
luister hier: explosion of silence


nu zingt een partituur van rollende sirenen
streef naar je orgelpunt, jij avantgarde!
legertje visionairen, de orde smaakt je niet
dit volk schildert en houwt façades
legt mozaïeken van kasseitjes, lichte stoepen
paleizen rijzen uit de Moldau's vruchtbaar land
wordt er een brug gebouwd die alles overspant?
het oude zwamvlok spint een nieuwe vlucht

© jindoni
7 juli 2011

29.6.11

Turicum II



Op een gure maandag in april
voorspelt een brandende sneeuwpop
hoog boven de wei
de zomerkwaliteit
terwijl de gildenbroeders uit hun villa's aan de goudkust
naargeestig staren op bebloemde wagens
hun aftands burgerlijke glans etaleren
rond de blonde voorzitster der behoudsgezinden
die luistert naar de naam Fuhrer

En plots in de hele stad op elke vrije plek
rinkelen en blinken wit de terrasjes
flaneren koppeltjes heen en weer
en rennen kinderen op de weidse promenade
aan het meer, braadworst etend
met zwartgeblakerd boerenbrood

Bij zeldzaam heldere lucht
werpt het besneeuwde hooggebergte
een snelle blik op het af en aan van rondvaartboten
genoemd naar de huisberg van de stedeling
naar de keten die de westenwind trotseert
naar de platte heuvel die pannensteel heet
Zij varen statig van haven naar bad
van tramhalte naar treinstation
tussen meerkoeten die handig laveren
en om broodkruimels concurreren
met een aandringend leger jonge zwanen
terwijl een stukje uit de kust
futen zonder spoor verdwijnen
in de onpeilbare diepten
van de gletsjerzee

Hier kwamen uit het lieflijk glooiende achterland
lange rijen mensen over de steile pas
door het woud de heuvelrug afzakken
naar de spinnerijen in het dal

Nu in het najaar warme
gepofte kastanjes uit een stalletje
naast de verlaten afgesloten stranden
waar 's winters de sinistere blik waart
van een rij aalscholvers op de pier

Als 's zaterdagnamiddags de winkels tijdig sluiten
lang voor om zeven uur de klokken van de stad
eendrachtig luiden voor het huiselijk maal
verzink ik in de stille leegte van de avond
op mijn kamertje met mezelf alleen
Het galmend zingen van die vele
klokken in de schemering
ik zal ze blijvend missen

© jindoni
10 november 2009

22.5.11

o schöne zeit, o abendstunde


wanneer het 's avonds koeler wordt
waar zijn de meisjes heengewiekt
op engelenverenvleugels
zij slapen op de akker
tussen bloemen zijn zij thuis
hun haren zijn verstoven in de wind

maar na zo lange tijd
hoor je diep in de nacht
opnieuw die lach
zie je dat wonderlijke meisje
op een lichtend scherm

ooit door de maalstroom opgeslokt
en voor je 't weet weer
opgedoken
nog mooier nu
en onbezorgd

want kijk
zo is het
ach

er zullen altijd
meisjes zijn

© jindoni
14 mei 2011
Meisjes IV


III en IV: voor mijn nichtjes, voor Pauline

17.5.11

Het dwalen van de lente

...
de zon terug op het nog schrale gras
daar speelt een tenger meisje met haar broers
zij lacht met gaatjes tussen wisselende tanden
steekt madeliefjes in het haar en
maakt haar knietjes vuil
...
zij huilt nu
moeder kamt
en voelt een buil
...........................................er zat een rat

die knaagde

onder het schedeldak

de lente houdt haar defilé
ook al verwacht je het niet meer
en ook de meisjes
fladderen telkens weer
onder de oude ceder fleurt
een rode roos
en op het water drijft de ijle fee
onder haar zomerhoed met lange witte linten
en droomt te broos om
waar te zijn
.......................................want in haar hinderlaag

woelde de rat

de roos zij trouwde
met een petje
ergens boven amsterdam
en toen de zomer uit het zuiden kwam
hergroeiden haren dik en blond
gloeide een blos
en stond zij bloeiend
met haar baby in de armen
................................maar de rat

hij knaagde en vrat

tot de ader knapte



lachen en praten

stokte toen

de kring van synapsen brak

zij dollen aan de hemelkoepel
hollen door het luchtgewelf
met vreedzame dieren
violen en lieren
vogels en vissen met
blauwgroene schijn
...
en in de huizen branden kaarsen
waken licht en bloemen
en over 't water komt hun verre stem



                              O krancke troost! wat baat
                              de groene en gouden lover?
                              Die staatsie gaat haast over (Vondel)


© jindoni
16 mei 2011
Meisjes III