zin: animo genoegen smaak voorliefde wens betekenis begrip gevoel gezindheid frase stemming


23.7.11

de wereld om haar as


losjes losjes vliegen klosjes
kinderen zwaaien spindels
draaien winden op en af
heen en weer

leentje koningskind
speelt de rode eekhoorn
trapezemeisje uit het circus
in dit land het liefste kind

spoeltjes wikkelen om en om
tollen zwieren één schiet weg
eekhoorntje vermetel is je
sprong wij kunnen niet meer
volgen

              o helena
              wie ist das leben
              doch so schön!


sequoia's leven duizend jaar
muggen dansen boven het moeras
water stroomt en wolken jagen
naar het vluchtpunt
jij koestert meren in de plooien
van je kleed en stilte
je slotakkoord

ach helena
wij rijden door de nacht
de leegte golft naar onbestemde verten
daar zwijgt je heldere stem
in onze kleine uurtjes
kraait de haan

              behold, and see
              if there be any sorrow
              like unto this sorrow...


je bent koud geworden
helena
ach helena



© lieve de vos
23 juli 2011
(herwerkt op 31 juli 2012)

7.7.11

Praag, juni 2011












als een tros zwammen uit de bodem van de stad
de klei met pijn gedrenkt, geleden en verleden
twaalfduizend zerken in het oog van rabbi Löw
zijn zegen voor de doden twaalf lagen hoog

          stilte
                              stilte
                                                  stilte

woekeren draden ondergronds, hebben zij daar
de kiem bewaard, bewaakt van goed en kwaad?
zie zevenenzeventig duizend namen in Pinchas' wand gegrift
de kleur van jullie tekeningen, kinderen uit Terezín
in dit beoogd museum voor een uitgestorven ras



          sst...

                    sssttil...

                              sssttilte...



hoor! deze zomermaand trekt stilte door de stad
fluisteren duizend mensen, ruisen wensen
gehoor en geest, visies, toekomstmuziek
de reuk van kelders na een regenbui vervluchtigt
de lucht vlindert van zilver, geurt van linden


ws...        wss...        wwsss...        wwsss...        wwwssss...

      frs...        ffrss...        ffrrsss...        fffrrssss...        fffrrrssss...


daartussen circuleert gezapig eigentijds verkeer
hoog op een reuzenpiëdestal knarsetandt de tijd
jij man van staal met je proleten-
rij die wachtte op de slager
weldra werd je graniet vergruizeld
de resten weggezuiverd voor een
consequente metronoom


(geen godsgericht of immanent gerecht beschikt
slechts oorzaak en gevolg tikt door
op eigen kracht)




hier een berg bloemen, kogelgaten rond de crypte
waar de wraak om Heydrich werd voltrokken
de tondel die de vlam ontstak voor Hus en Palach
liet Stalin tranen op die kaalslag van beton?
welnee, dictators huilen niet
genade voor noch na hun dood



 
luister hier: explosion of silence


nu zingt een partituur van rollende sirenen
streef naar je orgelpunt, jij avantgarde!
legertje visionairen, de orde smaakt je niet
dit volk schildert en houwt façades
legt mozaïeken van kasseitjes, lichte stoepen
paleizen rijzen uit de Moldau's vruchtbaar land
wordt er een brug gebouwd die alles overspant?
het oude zwamvlok spint een nieuwe vlucht

© jindoni
7 juli 2011

29.6.11

Turicum II



Op een gure maandag in april
voorspelt een brandende sneeuwpop
hoog boven de wei
de zomerkwaliteit
terwijl de gildenbroeders uit hun villa's aan de goudkust
naargeestig staren op bebloemde wagens
hun aftands burgerlijke glans etaleren
rond de blonde voorzitster der behoudsgezinden
die luistert naar de naam Fuhrer

En plots in de hele stad op elke vrije plek
rinkelen en blinken wit de terrasjes
flaneren koppeltjes heen en weer
en rennen kinderen op de weidse promenade
aan het meer, braadworst etend
met zwartgeblakerd boerenbrood

Bij zeldzaam heldere lucht
werpt het besneeuwde hooggebergte
een snelle blik op het af en aan van rondvaartboten
genoemd naar de huisberg van de stedeling
naar de keten die de westenwind trotseert
naar de platte heuvel die pannensteel heet
Zij varen statig van haven naar bad
van tramhalte naar treinstation
tussen meerkoeten die handig laveren
en om broodkruimels concurreren
met een aandringend leger jonge zwanen
terwijl een stukje uit de kust
futen zonder spoor verdwijnen
in de onpeilbare diepten
van de gletsjerzee

Hier kwamen uit het lieflijk glooiende achterland
lange rijen mensen over de steile pas
door het woud de heuvelrug afzakken
naar de spinnerijen in het dal

Nu in het najaar warme
gepofte kastanjes uit een stalletje
naast de verlaten afgesloten stranden
waar 's winters de sinistere blik waart
van een rij aalscholvers op de pier

Als 's zaterdagnamiddags de winkels tijdig sluiten
lang voor om zeven uur de klokken van de stad
eendrachtig luiden voor het huiselijk maal
verzink ik in de stille leegte van de avond
op mijn kamertje met mezelf alleen
Het galmend zingen van die vele
klokken in de schemering
ik zal ze blijvend missen

© jindoni
10 november 2009

22.5.11

o schöne zeit, o abendstunde


wanneer het 's avonds koeler wordt
waar zijn de meisjes heengewiekt
op engelenverenvleugels
zij slapen op de akker
tussen bloemen zijn zij thuis
hun haren zijn verstoven in de wind

maar na zo lange tijd
hoor je diep in de nacht
opnieuw die lach
zie je dat wonderlijke meisje
op een lichtend scherm

ooit door de maalstroom opgeslokt
en voor je 't weet weer
opgedoken
nog mooier nu
en onbezorgd

want kijk
zo is het
ach

er zullen altijd
meisjes zijn

© jindoni
14 mei 2011
Meisjes IV


III en IV: voor mijn nichtjes, voor Pauline

17.5.11

Het dwalen van de lente

...
de zon terug op het nog schrale gras
daar speelt een tenger meisje met haar broers
zij lacht met gaatjes tussen wisselende tanden
steekt madeliefjes in het haar en
maakt haar knietjes vuil
...
zij huilt nu
moeder kamt
en voelt een buil
...........................................er zat een rat

die knaagde

onder het schedeldak

de lente houdt haar defilé
ook al verwacht je het niet meer
en ook de meisjes
fladderen telkens weer
onder de oude ceder fleurt
een rode roos
en op het water drijft de ijle fee
onder haar zomerhoed met lange witte linten
en droomt te broos om
waar te zijn
.......................................want in haar hinderlaag

woelde de rat

de roos zij trouwde
met een petje
ergens boven amsterdam
en toen de zomer uit het zuiden kwam
hergroeiden haren dik en blond
gloeide een blos
en stond zij bloeiend
met haar baby in de armen
................................maar de rat

hij knaagde en vrat

tot de ader knapte



lachen en praten

stokte toen

de kring van synapsen brak

zij dollen aan de hemelkoepel
hollen door het luchtgewelf
met vreedzame dieren
violen en lieren
vogels en vissen met
blauwgroene schijn
...
en in de huizen branden kaarsen
waken licht en bloemen
en over 't water komt hun verre stem



                              O krancke troost! wat baat
                              de groene en gouden lover?
                              Die staatsie gaat haast over (Vondel)


© jindoni
16 mei 2011
Meisjes III

15.5.11

ubi sunt – waer bestu bleven?


Foto: trois petites filles (J.-L. Hubert, 2004)

rijdt met raven over het land
de naamloze met schijngezicht
pikt meisjes wit en zwart van schil
te zuchtig is zijn lust te fel
't gekras in glanzende kastanjes
't scharrelen in vlas en stro

een flamboyante lady
spelend met haar zoete leven
en haar troetelpoppemie
zou lijden als de beesten
door woekerwerk in
schors en merg

na 't vluchten uit zijn wrede
wereld is een kleine deerne
lang en lijdzaam weggeteerd

een ander zoog de worm van binnen
tot het barstte stroomde rood
doch eerder al bezweken er
twee zusjes in de moederschoot

zijn woede schond en smoorde
twee kleine meisjes in de goot
een hart verstrikt in strakke netten
brak en hongerde zich dood

vastgeklemd de stem gedempt
gestikt vertrok semira
vastgeklonken in de modder
en gezonken omayra
oulematou stukgeschoten
met een kleine blonde maan

drieste wet niet in te schatten
spinsels webben onontward
hoe doorleefden wij de waan

meisjes lukraak van de straat
geplukt ogen leeg
niet te bezielen door
een grief of elegie
wiegen wij in poëzie

© jindoni
14 mei 2011
Meisjes II

5.5.11

Rozemarijntjesdans




















rozemarijntje
roze madeleintje
of was het marjoleintje
marie anne of margot

broertje heette constantijntje
pff dat is een stom gedicht zegt
aardje want wie wenst nu
dood te zijn als saartje?

sara sarasvati
kwam simultaan met laksmi
op de eerste meienacht
na rozenblos en appelgeur
vond zij een eglantier
met stekeltjes en botteltjes
waartoe verbeidt zij hier?

ronde reitje op de wijze
van een stille polonaise
twintig in de rij
dertig in de rozenkrans
veertig in de meisjesdans
trappelend op het manna van
de sneeuwvlokkenboom

wanneer de tuinmuur zich
met gele sterren tooit
komt elle januarikind
verblijdt de tijd met ijs-
witte camelliarozen

want alle meisjes die gaan
knielen gaan alle meisjes
die gaan knielen gaan

© jindoni
5 mei 2011
Meisjes I


          Een speelnoot vlocht, toen 't anders niet moght zijn
          een krans van roosmarijn (Vondel)

18.4.11

Grootmoe




groot als een licht
gebogen kaars
zo kende ik je
met dat weerloze boeket
van meiklokjes

het leed zorgvuldig opgevouwen
tussen gestreken lakens
getemperd door lavendel
beheerste je oude verhalen
lezend de lengte van de nachten

woorden fijn verstrooid in stiltes
het enigma van een glimlach
al splijten scherven in je buik
alleen een floers over een
voorhoofd van grijze steen

en na de glans van dwarrelend stof
en bloeiend zevenblad
de tinteling van champagne nog op de tong
zocht je je witte doodsbloes in de koffer
vervloeiden ogen in het golvende moiré

© jindoni
17 april 2011